Op een reeks foto’s uit de jaren zeventig kijken vrouwelijke Turkse arbeiders uitdagend in de lens. Het verhaal van deze vrouwen die in de Belgische fabrieken werkten bleef tot voor kort onderbelicht, maar daar komt langzaam verandering in.
Gepubliceerd in 2024/2 Over grenzen en mensen
Hoewel gezinshereniging in België sinds de jaren zestig veel voorkomt, blijft het in het academisch onderzoek oorverdovend stil over vrouwelijke arbeidsmigranten in het algemeen en de Turkse vrouwen van de eerste generatie in het bijzonder. In de brochure Vivre et travailler en Belgique, die door het toenmalige ministerie van Tewerkstelling en Arbeid in 1964 werd uitgegeven in onder andere het Frans, Turks, Grieks en Italiaans, staat nochtans het volgende te lezen: ‘Na één maand mag je je familie laten overkomen. Indien je te lang wegblijft van je familie, zul je immers kennismaken met de nefaste gevolgen van eenzaamheid en verveling.’ De vraag naar arbeidsmigranten uit het Middellandse Zeegebied focuste zich op mannelijke arbeiders voor sectoren zoals mijnbouw, metaalnijverheid en de bouw. Vrouwen werden vooral gezien als volgmigranten. Ook in de voormalige textielstad Gent kwam gezinshereniging veelvuldig voor. Daar, maar ook elders, boden fabrieken werkplekken aan de vele vrouwelijke volgmigranten in de jaren zestig en zeventig. Dat betekende voor hen een kans, maar ook een realiteit van zware werkomstandigheden.
Verder lezen? Bestel het nummer in onze webshop.