Analyse
Journalistiek is een vrij recente innovatie in het Arabische cultuurgebied. Pas in het midden van de negentiende eeuw ontstond er een journalistiek bedrijf in de Arabische taal. Tegelijkertijd is de Arabische journalistiek een uiting van de emancipatie van de christelijke minderheid in de negentiende eeuw. Gedurende de eerste twintig jaar (1855-1875) was iedere journalist en uitgever van christelijke huize. Hoe komt het dat christenen deze unieke positie innamen, en wat was hun invloed op de langere termijn?
Gepubliceerd in 2010/2 Christenen in het Midden-Oosten
De allereerste Arabische periodieken (tot 1855) waren overheidspublicaties. Tijdens de Napoleontische bezetting van Egypte in de jaren 1798-1801 verschenen in Cairo twee Franstalige kranten, en af en toe Arabischtalige pamfletten. Met het vertrek van de Fransen uit Egypte kwam hier een einde aan. Bijna dertig jaar later, in 1828, verscheen er in Egypte voor het eerst een Arabischtalige staatscourant, al-Waqa’i’ alMisriyya (‘De Egyptische gebeurtenissen’) en na 1839 verscheen onregelmatig ook een Arabische vertaling van de Osmaanse staatscourant Takvim-i Vekayi (‘Kalender der gebeurtenissen’). De twee publicaties richtten zich op overheidsfunctionarissen, niet op de lokale bevolking. Ze droegen daarom niet bij tot het opzetten van een journalistiek bedrijf.
In 1855 verscheen in Istanbul de eerste onafhankelijke Arabische krant, Mir’at al-Ahwal (‘Spiegel der Toestanden’). Uitgever was Rizqallah Hassun (1824-1880), een uit Aleppo afkomstige Armeniër die later nog verscheidene andere kranten uitgaf. Hassun kan met recht de eerste Arabische journalist worden genoemd, maar zijn krant Mir’at al-Ahwal bereikte slechts een kleine kring lezers en bestond dan ook niet lang.
Drie jaar later, in 1858, verscheen in Beiroet de eerste invloedrijke Arabische krant: Hadiqat al-Akhbar (‘Tuin van de berichten’). Deze krant van de Maroniet Khalil al-Khuri (1836-1907) verscheen tot 19n en kreeg in de beginjaren veel navolging. Tot 1875 zagen in Beiroet ongeveer twintig kranten en tijdschriften het licht. Sommige periodieken bestonden zeer kort, andere, waaronder Hadiqat al-Akhbar, hebben een stempel gedrukt op de ontwikkeling van de Arabische journalistiek.
Beiroet werd het onbetwiste journalistieke centrum. Aan het begin van 1875 verschenen er tien verschillende Arabische niet-officiële periodieken. Daarvan werden er acht uitgegeven in Beiroet. De twee andere hadden hun kantoor in Istanbul (al-]awa’ib, ‘Nieuws van ver’) en Cairo (Rawdat al-Madaris al-Misriyya, ‘Tuin van de Egyptische scholen’) en stonden onder overheidscontrole.
Verder lezen? Dit nummer is helaas uitverkocht, maar u kan het nummer binnenkort digitaal aankopen via de webshop.
Noten
Ami Ayalon, The press in the Arab Middle East: a history, New York, 1995.
Dagmar Glass, Der Muqtataf und seine Öffentlichkeit, Würzburg, 2004.
Layla Tarazi Fawaz, Merchants and migrants in nineteenth-century Beirut, Cambridge, 1983.
Philip de Tarrazi, Tarikh al-Sibafa al-Arabiyya, Beiroet, 1914.
Fruma Zachs, The making of a Syrian identity: intellectuals and merchants in nineteenth century Beirut, Leiden, 2005.