Reportage
In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het geloof in geesten wijd verspreid. Deze zouden bezit nemen van het lichaam. Een zarceremonie kan verlichting bieden. Gerda Sengers deed er onderzoek naar in Egypte.
Gepubliceerd in 2009/3 Het lichaam.
Sinds ik in 2000 een onderzoek afsloot naar demonische bezetenheid en genezing door zarceremonieën en koranische (gebeds)genezing, ben ik beide blijven volgen tijdens mijn jaarlijkse bezoeken aan Egypte. Vorig jaar besloot ik om er direct bij betrokken te raken. De aanleiding was Latifa, een ongetrouwde vrouw van begin dertig, die tevergeefs zocht naar een geschikte huwelijkspartner. Zij weet dat aan een slechte djinn (geest of demon), die door magie of het boze oog van een jaloerse vriendin haar leven verstoorde.
Ik vroeg haar of ze wel eens een zarceremonie had bijgewoond. Ze kende het alleen van horen zeggen. Ik bood aan om een goede kudya, zarleidster, te zoeken en de kosten van de ceremonie te betalen. Dat accepteerde ze graag. In ruil daarvoor zou ze haar psychische en lichamelijke ervaringen vertellen. Ik vond dat een goede deal, want hoewel ik in mijn onderzoek heb getracht de belevenissen van mijn participanten te interpreteren, bleef er altijd een zekere afstand tussen hen en mij, al was dat alleen maar omdat ik niet ben opgevoed in hun demonencultuur en ook niet op dezelfde manier in demonische bezetenheid geloof. Ik ging op bezoek bij Zahra, die ik als zarsheikha goed had leren kennen tijdens mijn onderzoek. Zij was direct bereid een zar voor Latifa te organiseren. Haar financiële positie was weinig rooskleurig, omdat ze aanzienlijk minder ceremonieën organiseerde vanwege kritiek uit fundamentalistische hoek. We spraken tijd en plaats af en zij zou zorgen voor muzikanten, gasten, offerdieren, eten en drinken.
Verder lezen? Dit nummer is helaas uitverkocht, maar u kan het nummer binnenkort digitaal aankopen via de webshop.
*Zargeesten worden zelden djinn genoemd. Men spreekt over meester, koning, sultan, pasha, er is zelfs sprake van eenvoudige soldaten. Enkele demonen worden bij naam genoemd (Sitt al-Kabira, Sultan al-Ahmar,enz.)