De opstanden in het Midden-Oosten (de Arabische lente), die voor een belangrijk deel worden geleid door seculiere jongeren, lijken erop te wijzen dat er eindelijk een ‘derde weg’ is gevonden tussen dictatuur en een islamitische staat. Hiermee is een enorme klap uitgedeeld aan al-Qaida, die zich al jaren opwerpt als het alternatief voor de repressieve staten in het Midden-Oosten. Bovendien schijnt de recente dood van Osama bin Laden, wiens overleving het ongrijpbare van al-Qaida leek te belichamen, te onderstrepen dat de organisatie achter de aanslagen van 9/11 inderdaad zijn langste tijd gehad heeft. Maar luidt de Arabische lente inderdaad de winter van al-Qaida in of moeten we, tien jaar na 9/11, nog steeds op onze hoede zijn voor een te snelle afschrijving van de organisatie?
Gepubliceerd in 2011/1 De zomer na de Arabische lente.
Voor een organisatie die het omverwerpen van regimes in het Midden-Oosten tot een van zijn hoofddoelen heeft, was al-Qaida verrassend afwezig in de revoluties van de afgelopen maanden. Hoewel diverse voormannen van al-Qaida inmiddels hun steun hebben uitgesproken voor de opstanden, kan niet ontkend worden dat radicale moslims als zij – en in mindere mate zelfs gematigde islamisten als de Moslimbroederschap zich nogal laat bewust waren van wat er in het Midden-Oosten heeft gespeeld dit jaar. Niet alleen steekt het succesvolle en grotendeels seculiere karakter van de Arabische lente schril af bij de falende boodschap van de radicaal-islamitische al-Qaida maar ook het feit dat hun rol beperkt is tot het aanmoedigen vanaf de zijlijn lijkt erop te duiden dat de organisatie in grote problemen zit. Nu ook de charismatische leider Osama bin Laden niet meer leeft, is het aantrekkelijk om te denken dat al-Qaida langzaam dood bloedt.
In dit artikel stellen wij dat al-Qaida inderdaad in de problemen zit maar dat de organisatie nog lang niet is uitgespeeld. Na een analyse van wat al-Qaida nu precies is volgens ons, gaan we in op de kritiek die de organisatie na 9/11 te verduren heeft gekregen uit de eigen gelederen van radicaal-islamitische geleerden en organisaties. Vervolgens behandelen we in welke mate al-Qaida aan populariteit heeft moeten inboeten in de Arabische wereld in de afgelopen tien jaar. Als laatste gaan we in op de vraag of de Arabische lente werkelijk de winter van al-Qaida inluidt.
Verder lezen? Dit nummer is helaas uitverkocht, maar u kan het nummer binnenkort digitaal aankopen via de webshop.
Noten
[1] Jason Burke, Al-Qaeda: The True Story of Radical Islam (Londen & New York, 2004 [2003]), p. 8-14.
[2] John McCain, ‘Bin Laden’s Death and the Debate over Torture’, Washington Post, 12 mei 2011.
[3] Voor een uitgebreid overzicht van dit laatstgenoemde boek, zie Will McCants’ 13-delige behandeling hiervan op www.
jihadica.com/the-denudation-of-theexoneration-part-1 (deel 1, 4 april 2011).
[4] Joas Wagemakers, ‘Reclaiming Scholarly Authority: Abu Muhammad al-Maqdisi’s Critique ofJihadi Practices’, Studies in Conflict and Terrorism, vol. 34, no. 7, juli 2011, p. 523-539.
[5] Omar Ashour, ‘Lions Tamed? An Inquiry into the Causes of De-Radicalization of Armed Islamist Movements: The
Case of the Egyptian Islamic Group’, Middle East journal, vol. 61, no. 4, 2007, p. 596-625; Roel Meijer, ‘Commanding
Right and Forbidding Wrong as a Principle of Social Action: The Case of the Egyptian al-Jama’a al-Islamiyya’, in:
Roel Meijer (red.), Global Salafism: Islam’s New Religious Movement (Londen, 2009), p. 189-220.
[6] Fawaz Gerges, The Far Enemy: Why jihad Went Global (Cambridge etc., 2005), p. 200-214.
[7] Omar Ashour, ‘Post-Jihadism: Libya and the Global Transformations of Armed Islamist Movements’, Terrorism and Political Violence, vol. 23, nr. 3, 2011, p. 377-397.
[8] Zie bijvoorbeeld Rafaello Pantucci, A Typology of Lone Wolves: Preliminary Analysis of Lone Islamist Terrorist (Londen, 2011).
[9] Zie bijvoorbeeld Rik Coolsaet, ‘Al-Qaeda, The McDonalds of Terrorism’, in Al-Qaeda: The Myth. The Root Causes Of International Terrorism and How To Tackle Them (Gent, 2005), p. 51-56; Marc Sageman, Leaderless Jihad: Terror Networks in the Twenty-First Century (Pennsylvania, 2008); Bruce Hoffman, ‘The Myth of Grass-Roots Terrorism. Why Osama Bin Laden Still Matters’, Foreign Affairs, vol. 87, no. 3, 2008.
[10] BBC News, 10 november 2005.
[11] BBC News, 12 December 2007.
[12] Scott Helfstein, Nassir Abdullah & Muhammad al-Obaidi, Deadly Vanguards: A Study of al-Qa’ida’s Violence Against Muslims (West Point, NY, 2009), p.2
[13] World Public Opinion, Public Opinion in the Islamic World on Terrorism, al Qaeda, and us Policies, University of Maryland:
Program on International Policy Attitudes, p. 20-24.
[14] Zie bijvoorbeeld Myriam Benraad, ‘Iraq’s Tribal “Sahwa”: its rise and fall’, Middle East Policy, vol. 15, no. 1, voorjaar 2011, p. 121-131.
[15] Dat radicale groepen dit zelf ook inzien blijkt bijvoorbeeld uit de oprichting van de Groupe Salafiste pour la Prédication et le Combat (GSPC, later bekend als al-Qaida in de Islamitische Maghrib) als minder extreem alternatief voor de nietsontziende Groupe Islamique Armée (GIA) in Algerije en recente uitlatingen van Ayman al-Zawahiri over burgerslachtoffers. Zie voor dit laatste Nelly
Lahoud, ‘Ayman al- Zawahiri’s Reaction to Revolution in the Middle East’, CTC Sentinel, vol. 4, nr. 4, April 2011, p. 4-5.
[16] ‘A Golden Opportunity’, The Economist, 2 april 2011, p. 21-22; Alison Pargeter, ‘Are Islamist Extremists Fighting Among Libya’s Rebels?’, CTC Sentinel, vol. 4, nr. 4, pag. 9-13.
[17] Philip Mudd, ‘How the Arab Spring Could Embolden Extremists’, CTC Sentinel, vol. 4, nr. 4, pag. 7-9.