Wetenschap
Tulpen, ‘allochtonen’, vakantie aan de Turkse rivièra, en ‘liever Turks dan Paaps’ vormen slechts een schamele reflectie van wat de Osmanen en de Turken en hun cultuur voor Nederland betekend hebben. De kleinste gemene deler was het begrip vriendschap.
Gepubliceerd in 2011/3 400 jaar Nederland Turkije
Wanneer de relatie tussen Nederlanden Turkije ter sprake komt [1] duikt een aantal sleutelwoorden steeds weer op: ’tulpen’, ‘allochtonen’, vakantie aan de Turkse rivièra, en voor hen die wat meer historisch georiënteerd zijn: ‘liever Turks dan Paaps’ of ‘briefwisseling Wilhelmina- Atatürk’. Leidenaren onder de lezers denken misschien nog aan het monumentale pand ‘In den vergulden Turk’ in de Breestraat te Leiden, waarin een winkel van V&D is gevestigd.
Soms stuit men in Nederland zelfs nog op een concreet Osmaans overblijfsel. Zo werd ik een jaar of twee geleden gemaild door de archeologische dienst van de gemeente Den Haag met het verzoek een ‘Arabische munt’ die men had gevonden te identificeren. Het bleek bij nader inzien om een laat zeventiende-eeuwse Osmaans kuruj (zilverstuk) te gaan met, inderdaad, een Arabische inscriptie. Hoe die munt in de Haagse binnenstad verzeild is geraakt, is een raadsel… Deze zaken vormen zo op het eerste gezicht slechts een schamele reflectie van wat de Osmanen en de Turken en hun cultuur voor Nederland betekend hebben. Niettemin vertegenwoordigen zij niet onbelangrijke aspecten van de historische relatie.
In de relatie tussen het Osmaanse Rijk [2] en de Nederlandse Republiek, speelden van het begin af aan politiek, handel, reizen, migratie, uitwisseling van ideeën, en nog vele andere zaken een rol, maar de kleinste gemene deler was toch wel het begrip vriendschap. Nooit waren de twee staten in de periode 1612 tot 2012 in oorlog met elkaar, al waren er af en toe geschillen en irritaties. Vóór 1831, toen het ‘roversnest’ Algiers door de Fransen werd bezet, kwam het wel eens tot schermutselingen in de Middellandse Zee ten gevolge van brutale acties van kaapvaarders en zeerovers. Deze gaven in 1664 zelfs aanleiding tot een strafexpeditie van een Nederlands eskader van twaalf oorlogsbodems onder bevel van Michiel Adriaanszoon de Ruyter tegen de stad. Ook werd er wel eens een Nederlander in het Osmaanse Rijk en later Turkije, of een Turk in Nederland vermoord, maar daar bleef het wel zo’n beetje bij.
Verder lezen? Bestel het nummer in onze webshop.
Noten
- Voor met name het politieke en economische aspect van de Nederlands-Turkse betrekkingen, zie Alexander H. de Groot, The Netherlands and Turkey: Four Hundred Years of Political, Economical and Cultural relations; Selected Essays, Istanbul, 2007.
- De term ‘Osmaanse Rijk’ werd in de vroegmoderne tijd nauwelijks gebruikt, en het gebied werd in Westerse bronnen meestal aangeduid als ‘Turkije’ of het ‘land van de grote heer’. Ook de term ‘Levant’ was in zwang, een vaag begrip waarmee letterlijk de opkomst van de zon en overdrachtelijk het (zuid-)oostelijke bekken van de Middellandse Zee en zijn kusten wordt aangeduid, en met ‘Levantijnen’ meestal de niet-moslimse bewoners van het gebied. Moslimse Osmanen werden meestal aangeduid als Turken, ongeacht hun etniciteit. Dit zou de Osmanen overigens uitermate verbaasd zou hebben, hadden zij er kennis van genomen – ‘Turk’ gold vooral in geletterde kringen als een scheldwoord dat zoiets als ‘onbehouwen boerenpummel’ betekende. Arabieren werden meestal wel als zodanig aangeduid.