Salafi’s worden doorgaans geassocieerd met vroomheid en een strikte levensstijl. Hun interpretaties van de islamitische bronnen zijn controversieel en leiden misschien tot conflicten over theologische details, maar schandalen – moreel of financieel – worden in de beleving van velen niet zo snel met salafi’s in verband gebracht. Toch blijken de leiders van de salafistische gemeenschap in Jordanië hierin alleszins menselijk te zijn.
Gepubliceerd in 2016/2 Beeldcultuur
Sinds 2005 doe ik onderzoek naar salafisme, een stroming binnen de soennitische islam wiens aanhangers beweren de eerste drie generatie moslims (al-salaf al-salih; de vrome voorvaderen) zo strikt mogelijk en in zo veel mogelijk sferen van het leven na te doen. In 2012 begon ik aan een Veni-project over islamitisch activisme in Jordanië, waaronder quiëtistische (apolitieke) salafi’sin dit land, waarvoor ik bijna een halfjaar in het Hashimitische koninkrijk verbleef voor veldwerk. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in diverse publicaties, waaronder het boek Salafism in Jordan: Political Islam in a Quietist Community (Cambridge University Press, 2016).[1]
Een van de zaken die mij intrigeerde aan dit onderwerp was de onderlinge verdeeldheid van de salafi’s in Jordanië. Nu zijn er in het land quiëtistische salafi’s, politiek geëngageerde salafi’s en ook radicale jihadi-salafi’s, maar daarnaast had ik door veldwerk voor een eerder onderzoeksproject al ontdekt dat zelfs binnen het quiëtistische salafisme in Jordanië sommige geleerden elkaar niet kunnen luchten of zien. In de literatuur wordt dit toegeschreven aan een theologisch conflict over de precieze aard van geloof (iman) in de islam. Hoewel er hier inderdaad een meningsverschil over was, bleek uit mijn veldwerk dat het pas een conflict werd door diverse schandalen die onder Jordaanse salafi’s speelden. Dit artikel behandelt deze schandalen en laat daarmee het belang van veldwerk zien, omdat ik zonder te spreken met de mensen waar het over gaat hier nooit achter gekomen zou zijn. Dit artikel is dan ook grotendeels ontleend aan mijn veldwerk, dat – zoals hieronder zal blijken – vanwege het onderwerp soms behoorlijk onplezierig was.
Verder lezen? Bestel het nummer in onze webshop.
[1] Het onderwerp van dit artikel wordt in hoofdstuk 4 van mijn boek uitgebreid besproken op basis van interviews, documenten, websites en boeken. Aangezien deze informatie in Jordanië openlijk beschikbaar is en, via mijn boek, nu ook elders en in het Engels, heb ik de namen van de betrokkenen bewust niet gefingeerd.