Gepubliceerd in 2020/2 Tien jaar na de Arabische Lente
De schrijfster Huda al-Attas komt uit het zuiden van Jemen. Zij deed mee aan de protesten in de Jemenitische hoofdstad Sanaa in 2011. Voor ZemZem schreef zij haar herinneringen op aan de gebeurtenissen in 2011.
Dit stuk is geen oordeel over de protesten van 2011, de ‘revolutie’, het breekpunt waarop we onze angst achter ons lieten en onze vrije wil doorbrak. Het is slechts een blik achterom, naar een droom die even heel dichtbij leek maar al snel onbereikbaar werd. Het is een terugblik op een dag waarvan we dachten dat hij glinsterde, maar die een luchtspiegeling bleek die zijn dorstige tong naar ons uitstak.
Misschien moeten we opnieuw een blik werpen op het moment waarop de revolutie op haar hoogtepunt was, of misschien moeten we nog eens kritisch luisteren naar de echo van mijn schreeuw, destijds: ‘Het hele corrupte regime moet aftreden!’ Dit ging verder dan de eis van mijn revolutionaire kameraden, die enkel riepen: ‘Ali Abdullah Saleh moet aftreden!’
Enkele dagen later schreeuwde ik weer, maar dit keer van de pijn. Die pijn werd veroorzaakt door de geweerkolf van een militielid, een volgeling van een islamistische generaal met een bloedige geschiedenis die geweld in de revolutie introduceerde, zogenaamd om de revolutie te ‘beschermen’. Nu Jemen diep is weggezonken in geweld en we niet weten waar het zal eindigen, luidt de vraag: Waren we misleid of dromers?