Voor de derwisjen is de extase die wordt bereikt door ritme en beweging een uiting van de totale overgave aan God. Deze praktijk vindt zijn oorsprong bij Rumi, die poëzie, muziek en dans noodzakelijk vond voor een totale overgave aan God.
نورست شعاعست و شعاعست و شعاع | امروز سماعست و سماعست و سماع |
از عقل وداعست و وداعست و وداع | این عشق مطاعست و مطاعست و مطاع |
Vandaag is het sama‘, sama‘, sama‘!
Er is licht, straling, straling, straling!
Deze liefde wordt openbaar, openbaar, openbaar!
Zij zegt het intellect vaarwel, vaarwel, vaarwel!
(Divan, Vol. 8, p. 177, kwatrijn 1046, vertaling Rokus de Groot)
Dit kwatrijn nodigt ons om uit deel te nemen aan samaʿ, dat ‘luisteren’ in spirituele zin betekent. Samaʿ is de soefi-uiting in poëzie, muziek en werveling en is erop gericht om deelnemers ontvankelijk te maken voor de aanwezigheid van de goddelijke Geliefde. De woordherhaling in het gedicht maakt de extase van de samaʿ hoorbaar en tegelijkertijd wekt de woordherhaling zelf de extase op. Samaʿ neemt ons mee in de overgang van betekenis naar klank, van kennis naar overgave. In zijn weidse beknoptheid is dit kwatrijn als een druppel waarin een hele oceaan is vertegenwoordigd.
Dronkenschap
Rumi verwijst in zijn poëzie vaak naar de ervaring van samaʿ als een staat van dronkenschap. Hij nodigt mensen uit om alle verstandelijke overwegingen te laten vallen. Deze praktijk van ‘de wervelende derwisjen’, waar hij zich van harte aan overgaf, wordt tot op de dag van vandaag beoefend door de Turkse Mevlevi-orde.
Meer lezen? Bestel het Ruminummer in de webshop.