Nafiss Nia over Die Middag en de menselijkheid van vluchtelingen
Filmmaker en dichter Nafiss Nia vraagt met haar film Die Middag erkenning van de persoon achter de vluchteling. Nia vluchtte dertig jaar geleden uit Iran. De verhalen van (voormalige) vluchtelingen liggen haar daarom nauw aan het hart. In Die Middag vertelt Nia op poëtische wijze over dromen, vrijheid en doorzettingsvermogen. Een interview.
De film Die Middag vertelt het verhaal van Roya (Hoda Niku), die het asielzoekerscentrum ontvlucht om uitzet-ting naar Iran te voorkomen. Ze klopt aan bij ene Nassim, die afgewezen vluchtelingen zou bijstaan. Nassim is echter niet thuis en ze treft een jonge man aan (Alin Whiska). Hij laat haar niet binnen en Roya besluit om voor de deur op Nassim te wachten. Langzamerhand ontstaat er een dialoog tussen de man in de flat en Roya op de gang. De man achter de gesloten deur blijkt ook uit Iran gevlucht te zijn. Hij heeft de naturalisatieprocedure echter succesvol doorlopen. Twee mensen die ooit in dezelfde situatie verkeerden, hebben nu heel verschillende levens.
Een dichte deur
Die Middag speelt zich af in de galerij van Nassims flat. Deze kille stadse ruimte staat symbool voor de asielprocedure. Nia: ‘Je bent er wel, maar je bent niet binnen. Zo’n gang is eigenlijk een soort pad van haar leven en ook van ons leven. De mensen in de galerij komen en gaan en hoewel iedereen nieuwsgierig is naar Roya, helpt niemand haar. Wij staan ook weleens voor een dichte deur en wat doe je dan? Hou je vol of geef je op?’
Nia ziet veel voormalige vluchtelingen die na twintig of dertig jaar nog steeds aan het rennen zijn en hun dromen niet kunnen waarmaken of geen erkenning krijgen voor wie ze zijn. ‘Tijdens de herdenkingsceremonie voor Kambiz Roustayi in 2011 werd bij mij een zaadje geplant voor mijn eerste film. Kambiz Roustayi was een Iraanse man die al jaren uitgeprocedeerd was en zichzelf in brand stak op de Dam. Ik voelde me machteloos en vroeg me af of ik iets kon betekenen. Iemand attendeerde me erop dat ik als filmmaker aandacht kon vragen voor de situatie en bewustzijn zou kunnen creëren. Dat was de aanleiding voor mijn eerste film Dance Iranian Style (2015), waarvoor ik de producent en scenarioschrijver was. Een vriend van mij, de Iraanse filmmaker Farshad Aria, heeft de film geregisseerd.’ De film won de Publieksprijs op het Scenecs-filmfestival en werd gekozen tot beste documentaire op het Indian Cine filmfestival in 2015.
Na een filmopleiding in Iran studeerde Nia in 1998 af aan de filmacademie in Amsterdam. Hierop begon ze met het schrijven van gedichten, in het Nederlands. Er zijn inmiddels drie dichtbundels van haar verschenen.1 ‘Hoewel dichtkunst belangrijk is in Iran, ben ik pas dichter geworden in Nederland. Toch kon ik film niet loslaten, want dat bleef mijn eerste liefde. Daarom heb ik nooit opgegeven en dacht ik bij Die Middag steeds: dit ga ik proberen en ik ga zorgen dat mijn droom werkelijkheid wordt. En als dat niet gebeurt, dan weet ik dat ik echt mijn best heb gedaan.’
Poëzie
In Die Middag zegt hoofdpersoon Roya dat haar favoriete woord in het Nederlands ‘desalniettemin’ is, een lang woord voor iets kleins maar onverzettelijks. Desalniettemin is ook het favoriete Nederlandse woord van Nia. In het Farsi houdt zij van het woord kahkeshan (heelal). ‘Voor mij als dichter geeft de klank van een woord in combinatie met de betekenis en mijn dromen en fantasie een extra dimensie aan dat woord.’ In het werk van Nia zijn haar achtergrond als dichter en filmmaker niet los te zien van elkaar. ‘In zekere zin lijken deze twee disciplines heel erg op elkaar: in beide gevallen probeer je een groot verhaal in een kort gedicht of in een film van hooguit twee uur te stoppen.’
In Nia’s poëzie prikkelen de levendige metaforen, kleurrijke beschrijving en zintuiglijke taal op soms filmische manier de verbeelding. In het volgende gedicht uit de bundel 26 woorden voor schoonheid speelt Nia met geluidseffecten en zoomt de camera als het ware in op de vensterbank.
Soms hoor ik nog hoe je mijn naam uitspreekt zo warm en hoffelijk in ons nieuwe huis, waar de muur is bedekt met alles wat zich eerder heeft afgespeeld granaatappels in partjes op de vensterbank geluiden plots gedempt.2
In haar films valt juist de poëtische benadering van Nia op. Hoewel de twee hoofdpersonen de hele film aan het wachten zijn in dezelfde ruimte, weet Nia de kijker voortdurend te boeien met de dialoog tussen de hoofdpersonen. Hun woorden zijn poëtisch en hebben vaak verborgen betekenissen. Nia weet ook de kracht van de stilte te benutten, waarbij de ruimte tussen de woorden net zo veelbetekenend is als de woorden zelf.
Zowel cinema als poëzie staan in Iran erg hoog aangeschreven. Nia laat zich dan ook regelmatig inspireren door Perzische dichters en filmmakers. ‘Ik heb heel veel inspiratiebronnen, want het leven is zo kleurrijk. Er zijn mensen die mij altijd blijven boeien, zoals Hafez, een veertiende-eeuwse dichter uit het Perzisch taalgebied. Zijn bloemlezingen zijn in bijna ieder huishouden in Iran te vinden. Zijn poëzie is klassiek, maar tijdloos. Ik lees hem en herlees hem en hij inspireert me enorm.’
Nia bewondert ook de moderne dichter Ahmad Shamlou, de literatuur van Haruki Murakami en klassieke Perzische poëzie van Ferdowsi en Atar. Ook filmmakers zoals Mohsen Makhmalbaf, Bahram Beyzai, Asghar Farhadi, Wong Kar-wai en Alfred Hitchcock behoren tot haar inspiratiebronnen. ‘Kunst in het algemeen is een bron van inspiratie voor mij. Wanneer ik naar een schilderij of een film kijk, naar een gedicht dat is gekalligrafeerd op een bloempot, of wanneer ik luister naar muziek, dan kan ik weer een nieuw gedicht schrijven en een nieuw idee hebben voor een film. Ik blijf een leerling en ik leer bij iedere film, zelfs als het een slechte film is. Eigenlijk leer je zelfs meer van slechte kunst. Want als de kunst mooi is, dan merk je eigenlijk niets, dan word je er als het ware helemaal in gezogen.’
Dromen van vrijheid
Ook Nia’s persoonlijke ervaringen inspireren haar in haar werk. De tegenstelling tussen de hoofdpersonages Roya en de man achter de gesloten deur vertegenwoordigen de emoties van vluchtelingen, waaronder Nia zelf toen zij naar Nederland kwam. Roya is gedreven en optimistisch, de jonge man is teleurgesteld in de maatschappij en verbitterd. ‘Niet alleen ik, maar veel bi-culturele makers in Nederland en in het bijzonder voormalige vluchtelingen kennen beide emoties. Soms word je overmand door wanhoop, maar dan zorgt het optimisme in je voor nieuwe energie.’
De vrouwelijke hoofdpersonages in haar films heten tot nu toe altijd Roya, wat ‘droom’ betekent in het Perzisch. ‘Het gaat om mensen met grote dromen.’ Juist voor die dromen wil Nia erkenning vragen. ‘Vluchtelingen worden vaak gezien als last of ondankbaar als zij klagen. Maar een mens is van nature iemand met dromen en met ambitie. Je kunt niet zeggen: “Je bent nu hier, dus wees maar blij dat je een dak boven je hoofd hebt. En je dromen, die kun je laten varen.” Ik wil graag die gelijkwaardigheid van vluchtelingen benadrukken. Ik wil vertellen over hun frustraties, dromen, angsten, drive en doorzettingsvermogen. Die Middag is een soort dans tussen al deze facetten van het menszijn.’
Vrijheid is een belangrijk thema in Nia’s werk. In Die Middag stelt de man dat vrijheid een illusie is. In haar poëzie schrijft Nia dat vrijheid haar heeft verloochend.3 ‘Ik denk dat wij te veel verwachten van vrijheid. Dat is geen pessimistische kijk, maar een realistische kijk,’ vindt Nia. ‘Ik vraag me soms af of we echt vrijheid hebben die menswaardig is. Ik zie mensen die zogenaamd in vrijheid leven, maar toch kiezen om muren om zich heen te bouwen. Muren die hun wat bescherming of vastigheid geven. Ook zie ik dat vrijheid soms wordt ingezet om onze medemensen aan de kant te zetten onder het mom van vrijheid van meningsuiting.
Ik denk dat mensen die in vrijheid leven niet doorhebben wat de waarde van vrijheid is. Omdat ik als jong meisje opgroeide in een dictatoriale staat, had ik hoge verwachtingen van vrijheid in een westerse samenleving, maar die verwachtingen bleken niet realistisch. Ik ben niet zo pessimistisch over vrijheid als de man achter de deur, maar ook niet zo optimistisch meer als Roya. Ooit was ik een Roya. Maar toch besef ik nu, na dertig jaar in Nederland gewoond te hebben, dat de vrijheid waar ik naar verlangde toen ik in Nederland kwam, niet de vrijheid is die ik nu heb. In die zin heeft vrijheid mij verloochend, of misschien heb ik mezelf verloochend.’
Die Middag is sinds 18 mei te zien in de bioscoop.
Fabienne Schell volgt de Masteropleiding Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Amsterdam en is stagiaire bij ZemZem.
Noten
- Nafiss Nia bracht de dichtbundels Esfahan, mijn hoopstee (2005), De momenten wachten ons voorbij (2012) en 26 Woorden voor schoonheid (2019) uit.
- Nafiss Nia, 26 Woorden voor schoonheid (Amsterdam: Uitgeverij Orlando, 2019), 10.
- Nafiss Nia, 26 Woorden voor schoonheid (Amsterdam: Uitgeverij Orlando, 2019), 33.