Premoderne islamitische auteurs waren zich bewust van het bestaan van een niet-binair geslacht. Juristen en artsen deden hun best om het te beschrijven en om een plaats te geven aan ‘intersekspersonen’, oftewel mensen met geslachtsorganen die niet eenduidig mannelijk of vrouwelijk zijn en mensen die tijdens de puberteit geslachtskenmerken ontwikkelen die niet passen bij het geslacht waarin ze zijn opgevoed.
Gepubliceerd in 2020/1 Gender en seksualiteit
Volgens de beroemde Tunesische moslimgeleerde Abdelwahab Bouhdiba (1932) heeft God alle schepsels in paren van man en vrouw geschapen opdat wij elkaar lief kunnen hebben. Bouhdiba citeert Koranvers 51:49 – ‘En alles hebben Wij paarsgewijs geschapen’[1], om te betogen dat God seksualiteit als een essentieel onderdeel van het mens-zijn beschouwt.[2] Het staat vast dat dit idee over seksualiteit ten grondslag lag aan klassieke islamitische opinies die vrouwen het recht toekennen op seksuele relaties met hun echtgenoten, met niet alleen de voortplanting, maar ook het orgasme als doel.[3] Deze seksuele rechten lijken echter voorbehouden aan cisgender heteroseksuele koppels: Bouhdiba stelt dat zij die afwijken van de binaire geslachten rebelleren tegen de wil van God.[4]
Bouhdiba is representatief voor de consensus onder twintigste-eeuwse moslimgeleerden waar het gaat om gender en seksualiteit. De vroege moslimgeleerden daarentegen dachten niet in termen van een Koranische ‘gender binary’. Zij gebruikten allerlei bronnen naast de Koran, zoals Griekse filosofie en geneeskunde, om de wereld te observeren en te interpreteren. In die wereld bestonden ook mannen die van mannen hielden, vrouwen die zich kleedden als een man, en mensen die noch man noch vrouw waren, maar iets daartussenin.
De identificatie van intersekspersonen en hun rechten
Vroege rechtsgeleerden schreven over zuigelingen die waren geboren met multi-interpretabele of ontbrekende geslachtsdelen, ogenschijnlijke vrouwen die secundaire mannelijke geslachtsdelen ontwikkelden tijdens de puberteit, en ogenschijnlijke mannen met niet-functionerende penissen en ‘verstopte’ openingen. De rechtsgeleerden beschouwden deze mensen niet als ‘hermafrodiet’ of als manifestaties van mythische monsters, maar als personen met dezelfde rechten op voortplanting en seksueel genot als ieder ander. Echter, aangezien het islamitisch recht verschillende rechten en plichten toekent naar gelang iemand een man is of een vrouw, moesten de rechtsgeleerden de rechten en plichten voor iemand die buiten deze twee categorieën viel nader bepalen.
Verder lezen? Bestel het nummer in onze webshop.
[1] Vertaling Fred Leemhuis (14de druk, Houten: Fibula/Unieboek, 2009).
[2] Abdelwahab Bouhdiba, Sexuality in Islam, vert. Alan Sheridan (Londen: Saqi Books, 1998), 7-8.
[3] Basim Musallam, Sex and Society in Islam (Londen: Cambridge University Press, 1983), 31-34, 51.
[4] Bouhdiba, Sexuality, 30-42.