In westerse media is de afgelopen jaren uitgebreid stilgestaan bij de vernietigingen van cultureel erfgoed door Islamitische Staat (IS), doorgaans als het toppunt van barbarij voorgesteld. Volgens historica Lucinda Dirven is hierbij te weinig aandacht voor de vernietiging van religieus erfgoed, wat onderstreept wordt door de recente vernieling van de Grote Moskee van de Iraakse stad Mosul door is afgelopen juni. Dirven plaats de vernietigingen binnen een lange geschiedenis van iconoclasme, dat volgens haar een samenspel is van religieuze en politieke factoren.
Gepubliceerd in 2016/2 Beeldcultuur
Sinds een kleine twintig jaar wordt het Westen regelmatig opgeschrikt door beelden van doelbewuste vernietiging van cultureel erfgoed door aanhangers van extremistische, militante islamitische bewegingen. Het begon in maart 2001, toen aanhangers van de Taliban de enorme Boeddha’s in de bergwand bij Bamiyan in Afghanistan opbliezen. In 2008 verwoestte de vooral in Somalië actieve terroristische beweging al-Shabaab heiligdommen en soefi-graven in de stad Kismayo (Somalië). In het voorjaar van 2012 vernietigden aanhangers van Ansar Dine een groot aantal middeleeuwse soefi-graven en moskeeën in Timboektoe (Mali) en in maart 2015 plaatste is een video op internet waarop te zien is hoe is-aanhangers oudheden stukslaan in het museum in Mosul in het noorden van Irak. In latere opnames zien we hoe ze vernielingen aanrichten in Nimrud, Nineveh en Hatra, de archeologische sites waar de voorwerpen uit het museum werden gevonden. NaIrak moest Syrië het ontgelden. In augustus 2015 bliezen aanhangers van is inPalmyra eerst de tempel van Baalshamin op, waarna de tempel van Bel snel volgde.Ook enkele van de beroemde graftorens moesten het ontgelden.
De westerse media besteedden uitgebreid aandacht aan deze dramatische gebeurtenissen, die zij neerzetten als het toppunt van barbarij. In augustus 2016 veroordeelde het Internationaal Strafhof in Den Haag de Malinees Ahmed al-Mahdi tot negen jaar gevangenisstraf wegens het vernietigen van negen middeleeuwse soefi-graven en een moskeedeur, vier jaar eerder in Timboektoe. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat het Internatioaal Strafof iemand heeft veroordeeld voor het vernietigen van cultureel erfgoed. De symboolwaarde van deze veroordeling is enorm; het bestempelt het doelbewust vernietigen van cultureel erfgoed als oorlogsmisdaad, als een handeling die absoluut en universeel verwerpelijk is.
De grote vraag is waarom extremistische islamitische groepen opzettelijk archeologisch erfgoed verwoesten. Ik zal vooral focussen op de verwoestingen die is recentelijk aanrichtte in Syrië en Irak.
Verder lezen? Bestel het nummer in onze webshop.