Analyse
Ruim vijf maanden zat Libanon zonder kabinet. Dit als gevolg van de langste politieke crisis sinds het einde van de Libanese burgeroorlog in 1990. Hezbollah kreeg de schuld. Politieke tegenstanders noemen deze organisatie ondemocratisch. Te kort door de bocht, stellen Nora Stel en Joseph Alagha.
Gepubliceerd in 2010/1 Wetenschap en beleid
Vlaggen, posters met verkiezingsbeloften, en metershoge portretten van politieke leiders domineerden vorig jaar maandenlang het Libanese straatbeeld. Op 7 juni 2009 mochten de Libanezen naar de stembus. Ondanks het gebruikelijke cynisme over de mogelijkheid tot verandering, leefde de hoop dat de parlementsverkiezingen een periode van politieke stabiliteit zouden inleiden.1 De strijd ging tussen de alliantie 14 Maart, onder leiding van de soennitische Toekomstbeweging van Saad Hariri,2 en de alliantie 8 Maart onder aanvoering van de sjiitische Hezbollah.’3
De verkiezingen leverden een duidelijke overwinning op voor 14 Maart en werden beschouwd als betrekkelijk eerlijk.4 De hoop op stabiliteit leek dus gerechtvaardigd. Toch moest Libanon het na de verkiezingen nog meer dan vijf maanden zonder regering stellen, omdat de verschillende partijen het niet eens konden worden over de interpretatie van de verkiezingsuitslag. Sinds het einde van de burgeroorlog in 1990 had geen kabinet zoveel tijd nodig om tot stand te komen als de regering die Hariri uiteindelijk op 10 november presenteerde. Kortom, de verkiezingen maakten, ondanks de hoop hierop, geen einde aan de politieke crisis. Iets waarvan vooral Hezbollah, impliciet en expliciet, de schuld heeft gekregen. Haar democratische visie wijkt op belangrijke punten af van het democratische model dat in het Westen gangbaar is, wat politieke tegenstanders de gelegenheid geeft Hezbollah als ondemocratisch af te schilderen. Maar Hezbollah is niet zozeer ondemocratisch, als wel ‘anders democratisch’.
Neoliberale democratie
De overwinning van 14 Maart werd geduid als een ‘omslagpunt in de consolidatie van democratie’ en de alliantie kreeg het stempel van pro-democratisch.5 Het ‘verzet’ van Hezbollah werd afgedaan als ‘een gevecht op leven en dood tegen de waarden van vrijheid en democratie’.6 Het feit dat de democratische percepties van Hezbollah wortelen in een islamitisch raamwerk, zou het ‘bewijs’ zijn dat 8 Maart inherent anti- of ondemocratisch is.7
Een dergelijke benadering suggereert dat democratie een vastomlijnd en onveranderlijk principe is, een overtuiging die voortkomt uit het neoliberale democratiseringsdiscours. De term neoliberaal verwijst in dit geval naar een politieke structuur, gebaseerd op een keuze voor individuele in plaats van collectieve rechten, competitie in plaats van samenwerking, en een minimale rol voor de overheid in plaats van staatscontrole.8 Dit neoliberalisme gaat uit van democratie als een op Westerse geschiedenis gestoelde one-size-fits-all constructie. Een beeld dat ook in Libanon, waar democratie vaak de associatie met het Westen oproept (terwijl Hezbollah als anti-Westers geldt) wijdverbreid lijkt.
Uit ons veldwerk blijkt echter dat er in Libanon meerdere democratische opvattingen leven. Tijdens een studentenexcursie ’ter promotie van het bevrijde Zuid-Libanon’ benadrukten verschillende deelnemers dat democratie refereert naar vorm en niet naar inhoud. Zij betoogden dat cultureel-politieke gelieerdheid aan het Westen losstaat van het democratische gehalte van een partij.9 Maar binnen de alliantie 14 Maart is het neoliberalisme het overheersende perspectief, net als in het Westen. De kwalificatie van Hezbollah als ‘ondemocratisch’ betekent in dit geval dan ook niet veel meer dan ‘onwelgevallig ten opzichte van de neoliberale visie op democratie.’
Sterker nog, de crisis tijdens de recente Libanese kabinetsformatie heeft weinig te maken met pro- of antidemocratische stromingen. Voor bijna alle politieke partijen was de vraag niet zozeer of democratie wenselijk is, maar welke vorm van democratie en welk politiek systeem. Terwijl 14 Maart zich hard maakte voor een meerderheidsdemocratie, streefde 8 Maart naar een consensusdemocratie.
Als gevolg van Libanons pluralistische maatschappij – het land kent achttien erkende sektarische groepen – is de Libanese Republiek gebaseerd op het principe van intersektarische machtsdeling. In een ongeschreven Nationaal Pact is tijdens de oprichting van de republiek in 1943 overeengekomen dat de president een maronitische christen moet zijn, de minister-president een soenniet en de voorzitter van het parlement een sjiiet. Hoewel parlementaire verkiezingen aan de basis staan van kabinetsformaties, is succes – politieke stabiliteit – van dit verzuilde model afhankelijk van de mate waarin de elite het eens wordt over politieke dilemma’s. De problematische kabinetsformatie in 2009 was het gevolg van een gebrek aan een dergelijke consensus.
De kiem hiervan ligt in februari 2005. Toen resulteerde de moord op ex-premier Rafiq Hariri in een tweedeling tussen de 14 Maart- en 8 Maart-kampen. Sektarische polarisatie bepaalt nog steeds Libanons politiek, maar waar overkoepelende allianties voorheen religieus geïnspireerd waren (moslims versus christenen), zijn deze allianties nu gebaseerd op internationale politieke overwegingen.10 De alliantie 14 Maart zegt een op het Westen geïnspireerde liberaal-kapitalistisch-seculiere koers te varen, predikt gewapende vrede met Israël en heeft de steun van de Verenigde Staten en Saoedi-Arabië. 8 Maart, daarentegen, heeft een meer sociaal-democratische agenda, beroept zich voor politieke steun op Syrië en Iran en voert een dogmatische strijd tegen Israël.
Twee kernproblemen stonden centraal. Ten eerste de bewapening van Hezbollah. Volgens 14 Maart moest Hezbollah zich ontwapenen nadat ze Israël in 2000 uit Libanon had verdreven. De alliantie 8 Maart weigerde dit met het standpunt dat de wapens nodig waren om hernieuwde Israëlische agressie te voorkomen. Ten tweede bestond er fundamentele onenigheid over het internationale tribunaal dat de aanslag op Hariri sr. zou onderzoeken.
Terwijl het tribunaal voor 14 Maart een politieke prioriteit was, vond 8 Maart het ongewenste Westerse bemoeienis. In 2007 verklaarde 8 Maart de regering onder leiding van 14 Maart illegitiem. Ze startte een campagne voor een nationale eenheidsregering waarin ze een gegarandeerde vertegenwoordiging van ten minste een derde van de zetels opeiste. Het moest 8 Maart in staat stellen belangrijke beslissingen te vetoën. Tijdens een gesprek in zijn residentie in Beiroet vertelde politiek kopstuk Walid Jumblatt dat zijn 14 Maart-alliantie in 2007 juist pas na verkiezingen een nieuwe regering wilde vormen om zo bovengenoemde vraagstukken in haar voordeel af te handelen. 11
Vuurgevecht
De politieke confrontatie ontaardde in massale demonstraties. Op 7 mei 2008 sloeg de vlam in de pan. Naar aanleiding van enkele omstreden beslissingen van de 14 Maart-regering braken er in West-Beiroet vuurgevechten uit. Na enkele dagen besloten beide kampen tot een nationale dialoog. Het resulteerde op 21 mei in het Akkoord van Doha. Afgesproken werd om tot de verkiezingen van 2009 een ‘eenheidsregering’ te vormen. Hezbollah bezette in deze regering de beoogde vetopositie. 12 Uit speeches van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah 13 en interviews met woordvoerders van zijn partij, blijkt dat Hezbollah in mei 2008 reageerde op de provocerende regeringsbeslissingen, maar tegelijkertijd de crisis aangreep om een vetopositie binnen de regering af te dwingen. In een kantoor gevestigd in een door de partij gedomineerde buitenwijk van Beiroet, vertelde de directeur van de denktank van Hezbollah dat 8 Maart bang was dat 14 Maart haar machtspositie in de regering zou gebruiken om de bestaande democratische structuur aan te passen. Hij benadrukte dat Hezbollah in het geweer was gekomen om de democratie ’te beschermen in plaats van te gronde te richten’.14
In zijn boek Fragile States schrijft Hezbollah-parlementslid Ali Fayyad ‘dat consensus Libanons onvermijdelijke lot is’. De belangrijkste taak van het politieke systeem is dan ook handhaving van de maatschappelijk-sektarische balans.15 Maar deze balans is sinds 2005 ernstig ondermijnd door het ‘Haririsme’. Ook volgens Ali Hamdan, adviseur van parlementsvoorzitter en 8 Maart-leider Nabih Berri, geeft ’14 Maart niets om overleg, eenheid of
samenwerking’.16 Habib Malik, professor aan de Libanees-Amerikaanse Universiteit, stelde dat 14 Maart met het fortuin van de Hariri’s en de steun van Bush bezig was de Libanese politiek te monopoliseren. Bijzonder verontrustend daaraan vond Malik ‘dat dat gebeurde onder de noemer democratie’.17
Pijnlijk
In het politieke manifest van Hezbollah uit 2009 benadrukt Nasrallah dat hij een voorstander is van een democratie waarin de ‘meerderheid regeert en de oppositie zijn rol kan vervullen’. Maar daar kan volgens hem pas sprake van zijn als de sektarische basis van het Libanese systeem is opgeheven. Tot die tijd geeft 8 Maart daarom de voorkeur aan een coalitieregering om samenwerking te garanderen.18 Democratie, als garantie dat iedere maatschappelijke groep een politieke stem heeft, is voor Hezbollah dus wel degelijk van belang.
Tijdens een interview in zijn stadspaleis in het hart van de soennitische wijk in Beiroet stelde 14 Maart-leider Saad Hariri echter dat de winnaar van verkiezingen een kabinet moet vormen om in staat te zijn daadkrachtig haar eigen politieke programma te kunnen uitvoeren. In geen geval mag een formatie worden beïnvloed door vooraf opgestelde voorwaarden: ‘vetoposities’, aldus Hariri, ‘leiden per definitie tot verlamming van de democratie’. 19 Deze democratische voorkeur is neoliberaal. En het is dan ook aan de hand van het neoliberalisme dat 14 Maart Hezbollah bekritiseert. Zo is het op basis van de neoliberale voorkeur voor het individualisme dat Hezbollah als ondemocratisch wordt bestempeld: ‘Dat is wat zo uitgesproken ondemocratisch is aan de maatschappij die sjeik Nasrallah belooft: de groep overheerst altijd het individu.’20
Uiteindelijk heeft de politieke strijd geleid tot een kabinet waarin 8 Maart geen vetopositie heeft, terwijl daar in mei 2008 zoveel bloed voor is vergoten. Het is echter ook geen blauwdruk geworden van een meerderheidsdemocratie, aangezien de verliezende alliantie 8 Maart een substantiële bijdrage levert aan de regering. 21 De problematiek rond het formatieproces was niet zozeer een gevolg van een gebrek aan democratie, maar eerder van een verscheidenheid aan democratie. Beide kampen waren zo gebrand op het volgen van hun eigen interpretatie van democratie dat de patstelling van voor de verkiezingen bijna vanzelfsprekend over de verkiezingen heen werd getild. Die ontwikkeling is pijnlijk, maar kan niet op één kant van het politieke spectrum afgeschoven worden door te wijzen op een ‘verkeerde’ – want niet neoliberale – perceptie van democratie. Democratie moet juist erkend worden als een breed en flexibel begrip dat de basis kan vormen voor verschillende politieke systemen. Wanneer dit niet gebeurt, worden afwijkende partijen te makkelijk weggezet als ondemocratisch. Een analyse van het begrip democratie helpt niet alleen het Libanese formatieproces te begrijpen, maar creëert ook de gelegenheid om ‘democratie’ te verbinden aan structurele kwesties, zoals de ontwikkeling van de staat en de interactie tussen staat en maatschappij. 22
Verder lezen? Dit nummer is helaas uitverkocht, maar u kan het nummer binnenkort digitaal aankopen via de webshop.
Nora Stel deed haar BA Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen en behaalde in 2009 met een cum laude onderscheiding haar MA in Conflict Studies and Human Rights aan de Universiteit Utrecht. Voor haar afstudeerscriptie deed zij in Libanon onderzoek naar de structurele achtergronden van Hezbollahs rol in de gevechten die in mei 2008 in Beiroet plaatsvonden.
Noten
- Interviews afgenomen door Nora Stel in Beiroet in maart, april en mei 2009 (met politici, academici, journalisten en civil society vertegenwoordigers).
- Hierbij zijn ook aangesloten de Progressieve Socialistische Partij van druzenleider Walid Jumblatt, de christelijke Phalange en Libanese Troepen en kleinere sjiitische partijen.
- Hezbollah, geleid door Hasan Nasrallah, is samen met de Amal-bewegingen en de Vrije Patriottische Beweging (Libanons grootste christelijke partij) toonaangevend in 8 Maart. Daarnaast zijn er enkele kleinere christelijke, soennitische en druzenpartijen bij aangesloten. De allianties zijn genoemd naar de data waarop ze in 2005 zijn gevormd.
- Dat is althans de uitleg die in het Westen domineert. Arabische bronnen wijzen erop dat de ‘overwinning’ van 14 Maart meer te danken is aan Libanons gesegregeerde politieke systeem – waardoor 14 Maart met 45 procent van de stemmen, 55 procent van de zetels veroverde – dan aan een daadwerkelijk publiek mandaat. Esam Al Amin, ‘What Really Happened in the Lebanese Elections?’, www. counterpunch.org, geraadpleegd op 7 december 2009.
- Pol Morillas, ‘Obama’s Path Passes Through Lebanon’, European Institute for Security Studies Magazine, juni 2009 en Thomas Smith Jr., ‘Lebanon’s Pro-Democracy Leadership Shocked By Comments UN Commander’, www. analyst-network.com, geraadpleegd op 2 december 2009.
- www.arabnewsblog.net, geraadpleegd op n december 2009.
- Daniel Pipes, ‘Can Hezbollah and Hamas be democratic?’, www. danielpipes.org, geraadpleegd op 2 december 2009.
- Bryn Hughes, ‘The ‘Fundamental ‘Threat of (Neo )Liberal Democracy’, Dialogue, jaargang 3, nummer 2, 2005, pag. 43-85.
- Excursie op 9 mei 2009.
- Dit werd bevestigd tijdens verschillende interviews, onder andere met Hassan Krayem, specialist in staatsbeleid voor het United Nations Development Program (14 maart 2009).
- Interview afgenomen op 23 maart 2009.
- Joseph Alagha, Hizbullah: The Ideological and Political History I978-2008, Instituut voor Strategische Studies 2008, pag. 131- 134, www.iraqstudies.org/books2oo8a.htm
- De speeches (van 8 en 26 mei 2009) zijn beschikbaar op www.yalibnan.com
- Interview met Ali Fayyad (15 april 2009).
- Ali Fayyad, Fragile States: Dilemmas of ZemZem 82 Stability in Lebanon and the Arab World, International NGO Training and Research Centre (INTRAC), 2008, pag. 64.
- Interview afgenomen op 16 april 2009.
- Interview afgenomen op 20 maart 2009.
- ‘Hezbollah’s Political Manifesto’, Persbureau, Hoofdstuk 2: ‘Lebanon’, Sectie r: ‘The Homeland’, 2009, pag. 38-39.
- Interview afgenomen op 9 april 2009.
- Katia Haddad, ‘Hezbollah Against Democracy’, www.truthout.org, geraadpleegd op 2 december 2009.
- Interview met Robert Fisk, Midden-Oosten-correspondent voor The Independent (11 maart 2009).
- Nora Stel, ‘Forcing the Lebanese Back to Dialogue. The May 2008 Beirut Clashes from a State-Building Perspective’, 2009, MA scriptie beschikbaar op http:// igitur-archive.library.uu.nl/student- theses/2009-ro22-200II?f1hesis%20 Nora%20Stel.pdf